Uw apotheek in Maastricht

De apothekers en assistenten in onze apotheek worden regelmatig bijgeschoold om zo op de hoogte te blijven. Wij zijn een klantgerichte farmaceutische onderneming. Onze primaire taak is het afleveren van geneesmiddelen, gezondheids- en thuiszorgartikelen. U kunt bij ons terecht voor advies, service en begeleiding van uw geneesmiddelengebruik.

Becanusstraat 15A 04
6216 BX Maastricht
Tel: 043 310 01 62
E-mail: apotheek.annadal@ezorg.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Geneesmiddelen zoeken > Geneesmiddelen overzicht > salmeterol met fluticason inhalatie

Inhoud

salmeterol met fluticason inhalatie

Salmeterol is een langwerkende luchtwegverwijder. Fluticason behoort tot de bijnierschorshormonen of corticosteroïden. Het is een luchtwegbeschermer.

Artsen schrijven de combinatie voor bij astma en chronische obstructieve longziekte (COPD).

Wat doet salmeterol met fluticason inhalatie en waarbij gebruik ik het?

Astma

Verschijnselen
Bij astma verkrampen de spieren van de luchtwegen, waardoor u kortademig wordt, moet hoesten en het benauwd krijgt. Deze benauwdheidsaanvallen ontstaan door prikkels, zoals koude lucht, rook, inspanning, emoties en stoffen waar u allergisch voor bent. Op sommige momenten bent gevoeliger voor deze prikkels dan op andere momenten.

Oorzaak
Bij gezonde mensen veroorzaken deze prikkels geen benauwdheid, terwijl mensen met astma hier wel gevoelig voor zijn. Bij hen reageren de slijmvliezen in de luchtwegen als ze met deze prikkels in aanraking komen. Bij deze reactie trekken de luchtwegen samen, waardoor u benauwd wordt.

Werking
Salmeterol met fluticason voorkomt aanvallen van benauwdheid. 
Fluticason remt ontstekingen en beschermt de luchtwegen tegen prikkels die benauwdheid veroorzaken. Het aantal benauwdheidsaanvallen neemt hierdoor af. Salmeterol is een luchtwegverwijder. Hierdoor zullen de luchtwegen minder snel vernauwen. Salmeterol werkt langer dan de meeste luchtwegverwijders, zoals salbutamol of ipratropium, namelijk zo’n twaalf uur.

De combinatie van fluticason met salmeterol wordt gebruikt om een aanval van benauwdheid bij astma te voorkomen. Dit medicijn is niet geschikt om een acute aanval van benauwdheid op te heffen. Daarvoor zijn andere medicijnen meer geschikt, zoals salbutamol en ipratropium.

Behandeling
Uw arts zal deze combinatie voorschrijven als de behandeling met een aparte luchtwegbeschermer samen met  een kortwerkende luchtwegverwijder, zoals salbutamol, onvoldoende helpt.

Effect
De werking begint binnen twintig minuten en houdt ongeveer twaalf uur aan. Doordat de conditie van de longen verbetert, merkt u meestal binnen één tot twee weken dat het aantal benauwdheidsaanvallen minder wordt. U moet het wel consequent gebruiken, meestal is dat twee keer per dag.

Lees meer over astma . “

Chronische obstructieve longziekte (COPD)

COPD is de Engelse afkorting voor chronische obstructieve longziekte. Bij COPD zijn de luchtwegen blijvend vernauwd en heeft u last van slijm in de luchtwegen. U moet daardoor veel hoesten en bent vrijwel altijd benauwd. De klachten kunnen af en toe verergeren of juist verbeteren. De oorzaak van COPD is meestal een beschadiging van de luchtwegen, bijvoorbeeld door roken.

Werking
Salmeterol met fluticason vermindert benauwdheid. De combinatie kan  bij COPD de conditie van de longen verbeteren, waardoor het aantal opvlammingen van de ziekte afneemt. U heeft dan minder vaak prednisolon-stootkuren, antibioticakuren of ziekenhuisopnamen nodig.

De fluticason in de combinatie remt ontstekingen en beschermt de luchtwegen tegen prikkels die benauwdheid veroorzaken. Salmeterol is een luchtwegverwijder die de vernauwing van de luchtwegen kan opheffen. Salmeterol werkt langer dan de meeste luchtwegverwijders, zoals salbutamol of ipratropium, namelijk zo’n twaalf uur. 

Dit medicijn is niet geschikt  om een acute aanval van benauwdheid direct op te heffen. Daarvoor is een snelwerkende luchtwegverwijder nodig, zoals salbutamol of ipratropium.

Behandeling
Mensen met COPD gebruiken vooral luchtwegverwijders om hun klachten te verminderen. Als u meer dan twee keer per jaar een opvlamming van de ziekte heeft, kan uw arts naast een luchtwegverwijder ook een luchtwegbeschermer voorschrijven. Een luchtwegbeschermer werkt vooral als u naast COPD ook last heeft van astma, overgevoeligheidsreacties of ontstekingen.
Het werkt niet altijd bij COPD, daarom schrijft de arts het meestal eerst voor een periode van een aantal maanden voor om te kijken of het werkt. 

Effect
De werking begint binnen twintig minuten en houdt ongeveer twaalf uur aan. Als het medicijn bij u werkt, merkt u binnen één tot vier weken dat het aantal benauwdheidsaanvallen afneemt. Na een aantal maanden kunt u samen met uw arts beoordelen of het aantal opvlammingen voldoende is afgenomen. U moet het wel consequent gebruiken, meestal is dat twee keer per dag.

Lees meer over chronische obstructieve longziekte (copd) . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Advies bij schimmelinfectie, heesheid en keelpijn en droge mond: vaak helpt het in deze gevallen anders te inhaleren, zodat minder fluticason in de keel en mond terechtkomt. Vraag uw apotheek of arts om uw manier van inhaleren te controleren. U kunt hiervoor ook het instructiefilmpje op deze site bekijken.

Schimmelinfecties, heesheid en keelpijn kunt u ook voorkomen door:

  • na het inhaleren uw mond te spoelen met een slok water en dat vervolgens uit te spugen. Daarna neemt u nog een slok water, gorgelt daarmee en slikt dat door;
  • na het inhaleren iets te eten of uw tanden te poetsen.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Schimmelinfectie in de mond en keel. Een schimmelinfectie in de mond merkt u aan een witte aanslag in de mond.

    Dit ontstaat als fluticason vaak in de mond en keel achterblijft. Raadpleeg in dat geval uw arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Heesheid, keelpijn, droge mond, een geïrriteerde mond en kriebelhoest.

    Ook deze bijwerkingen kunnen komen doordat fluticason in de mond en keel achterblijft. Als u veel last heeft van een droge mond kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes. Door de droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit en ontstekingen van het slijmvlies van de mondholte. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren. Bij heesheid helpt het om de stem rust te geven. Blijft de heesheid, neem dan contact op met uw arts.

  • Hartkloppingen, versnelde hartslag en trillende handen.

    Deze klachten horen binnen enkele uren na gebruik over te gaan. Heeft u er na twee weken nog altijd last van, raadpleeg dan uw arts.

  • Hoofdpijn en duizeligheid.

  • Kneuzingen

    Raadpleeg uw arts als u dit bemerkt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Bij mensen met glaucoom (verhoogde oogboldruk) kan dit medicijn de oogboldruk verder verhogen. Er kunnen dan klachten ontstaan zoals wazig zien, minder zien, een rood of opgezwollen oog, hevige pijn aan het oog of aan het gezicht of misselijkheid en braken.

    Als u merkt dat u last hebt van een of meer van deze klachten, neem dan meteen contact op met uw arts of de spoedeisende hulp.
    De kans dat u last krijgt van oogklachten is groter als u dit medicijn langer dan drie maanden gebruikt of als er per ongeluk wat spray in uw oog komt. Scherm uw ogen af bij gebruik van de spray, zodat er geen spray in uw ogen kan komen.

  • Hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor mensen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het aangeboren verlengde QT-interval.

    Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

  • Toename van de benauwdheidsklachten direct na toedienen van het medicijn.

    In dat geval dit medicijn niet meer gebruiken en een arts raadplegen.

  • Longontsteking. Dit is te merken aan meer ademhalingsproblemen zoals hoesten, kortademigheid en een snelle ademhaling, koorts, snelle hartslag, pijn bij diep inademen, slap of lusteloos gevoel en vermoeidheid.

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Oedeem. Dit merkt u vooral aan opgezwollen enkels en voeten.

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Spierpijn en spierkramp.

  • Psychische klachten, zoals nervositeit, angst, rusteloosheid of hallucinaties. Ook kunnen tijdelijke gedragveranderingen en slaapstoornissen ontstaan.

    Mocht u veel last hebben van deze bijwerkingen, vraag dan uw arts om advies.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan galbulten of jeuk.

    In zeer zeldzame gevallen kunt u last krijgen van gezwollen oogleden, lippen of gezicht of ernstige benauwdheid. Waarschuw dan direct een arts of ga naar de Eerste-Hulpdienst. Als u overgevoelig bent voor dit medicijn, geef dit dan altijd door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Omdat bijnierschorshormonen de aanmaak en afbraak van koolhydraten beïnvloeden, kunnen bij mensen die daarvoor gevoelig zijn, verschijnselen van diabetes (suikerziekte) ontstaan. Zij merken dit doordat zij veel dorst krijgen en veel moeten plassen. Dit kan vooral optreden bij mensen boven de 75 jaar. Mensen met diabetes kunnen tijdens de behandeling meer insuline of bloedsuikerverlagende tabletten nodig hebben.

    Meet extra vaak uw bloedglucosegehalte.

  • Een verhoogde bloeddruk kan ontstaan bij personen die daarvoor gevoelig zijn.

    Overleg voor gebruik met uw arts als u een hoge bloeddruk heeft of hiervoor behandeld wordt.

  • Sommige mensen worden dikker door de veranderde opbouw en afbraak van vet, door een toename van de eetlust en door het vasthouden van vocht.

    Het is vaak nodig de eetgewoontes aan te passen om het gewicht op peil te houden. Een diëtist kan u daarbij helpen. Vraag uw huisarts om een verwijzing.

  • Regelmatig krijgen mensen een opgezwollen gezicht.

    Dit is voor velen een belangrijk nadeel van de behandeling. Het is niet altijd mooi en terwijl het niet goed met hen gaat, zien zij er voor hun omgeving juist 'welvarend' uit.

  • De huid wordt vaak dunner, waardoor het de onderliggende weefsels minder goed beschermt. Hierdoor kunt u eerder last krijgen van blauwe plekken en streepvormige littekens (striae).

    Enige maanden na het stoppen met de behandeling moet de huid weer zijn normale dikte terug hebben. De littekens verdwijnen niet meer.

  • Andere effecten op de huid zijn dat wonden minder goed en minder snel genezen en dat er een verhoogde kans is op acne (jeugdpuistjes) en overmatige haargroei, vooral in het gezicht.

  • Maagklachten en gewrichtspijn.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik salmeterol met fluticason inhalatie gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Sommige bètablokkers. Bètablokkers worden gebruikt bij hart- en vaatziekten, migraine, schildklierziekten en examenvrees. Ook sommige oogdruppels die bij glaucoom (verhoogde oogboldruk) worden gebruikt bevatten bètablokkers. Bètablokkers kunnen het effect van salmeterol tegengaan. Hierdoor kunt u meer last van benauwdheid krijgen. Als u merkt dat u benauwder bent, neem dan contact op met uw arts. Gebruikt u een bètablokker? Neem contact op met uw arts als u deze combinatie voorgeschreven krijgt. Mogelijk is een ander medicijn beter geschikt voor u. De bètablokkers bij hart- en vaatziekten waarbij de wisselwerking optreedt zijn carvedilol, labetalol, oxprenolol, propranolol, sotalol.
  • Het antischimmelmiddel itraconazol. De hoeveelheid fluticason in het bloed kan door dit middel stijgen. Hierdoor zijn de werking en de bijwerkingen sterker. Uw arts zal extra letten op bijwerkingen.
  • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

U kunt dit medicijn in de normale dosering veilig gebruiken als u zwanger bent, binnenkort wilt worden of als u borstvoeding geeft. Het wordt al jarenlang gebruikt door vrouwen die zwanger willen worden, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, zonder problemen voor de zwangerschap of voor het kind.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Goed inhaleren is lastig en vergt veel oefening. Alleen als u goed inhaleert komt de werkzame stof diep genoeg in uw longen om te werken.
  • De apotheekmedewerker zal u uitleggen hoe het apparaat werkt en het inhaleren een keer voordoen. Daarna kunt u een keer oefenen en kan de apotheekmedewerker nagaan of u alle handelingen goed uitvoert.
  • Laat regelmatig, bijvoorbeeld elk jaar, in de apotheek controleren of u nog op de juiste manier inhaleert. Lukt het u niet om goed te inhaleren? Er zijn verschillende typen inhalatieapparaatjes. Mogelijk is een ander type apparaat geschikter voor u. Vraag uw arts of apotheker om advies.
  • Spoel na het inhaleren uw mond met een slok water en spuug dat vervolgens uit. Daarna neemt u nog een slok water, gorgelt daarmee en slikt dat door. U zorgt er zo voor dat alle fluticason uit uw mond is verdwenen. U voorkomt hiermee heesheid en schimmelinfecties in uw mond. Als u na het inhaleren gaat eten of uw tanden poetst zal dit effect nog groter zijn.

Extra informatie inhalatiepoeder in Diskus

  • Het inhalatiepoeder zit in een ‘diskus’. De diskus is een apparaatje met een voorraad van zestig doses.
  • Elke keer dat u de afsluitklep opendraait, valt een dosis poeder in het daarvoor bestemde vakje. Daarna kunt u het inhaleren. Als alle porties poeder op zijn, heeft u een nieuw apparaatje nodig. U merkt dat het apparaatje leeg is, als de teller op het apparaat naar nul is gegaan. U kunt dus op tijd een nieuw apparaatje aanvragen.
  • Een nadeel van poeder inhalaties is dat u krachtig moet kunnen inademen om het poeder goed in de longen te krijgen. Heeft u hier problemen mee? Overleg dan met uw arts of apotheker.

Extra informatie inhalatiespray (dosisaerosol)

  • Voor elke verstuiving moet u het spuitbusje stevig schudden, zodat de inhoud zich goed verdeelt. Alleen dan komt elke keer de juiste dosis medicijn vrij.
  • Een inhalatiespray wordt meestal gecombineerd met een voorzetkamer. Dit is een grote buis, waar u de inhalatiespray inspuit. U kunt dan rustig meermalen via de buis inademen. Controleer regelmatig of de kleppen van de voorzetkamer nog goed werken. Hoe u dat moet doen, staat beschreven in de bijgeleverde gebruiksaanwijzing. Als de kleppen niet meer goed werken, kunt u in de apotheek een nieuwe voorzetkamer krijgen.
  • Vindt u het lastig om de voorzetkamer mee te nemen naar uw werk of een andere plek? Vraag dan uw arts twee apparaten voor te schrijven. U kunt ze dan op beide plekken achterlaten.

Extra informatie inhalatiepoeder in Elpenhaler

  • Het inhalatiepoeder zit in strips. Deze strips hebben elk 2 gedeeltes waar het poeder in zit. Aan het uiteinde van de strip zit een gaatje.
  • De strips zitten in het onderste vak van de Elpenhaler. Haal hier een strip uit en sluit het vak weer.
  • Haal de beschermkap van de bovenkant van de Elpenhaler. Ontgrendel de Elpenhaler en trek het mondstuk naar achteren zodat dit openklapt. Zo wordt het steunvlak zichtbaar.
  • Neem de strip vast met het glanzende oppervlak naar boven. Plaats de strip op het steunvlak, met het gaatje van de strip op het bevestigingspunt. Zorg dat de strip goed aansluit op het bevestigingspunt door er licht op te drukken.
  • Sluit het mondstuk weer over het steunvlak heen. Trek het uitstekende deel van de strip weg.
  • Houd het apparaat weg van uw mond en adem uit.
  • Breng dan het mondstuk aan uw mond en houd uw lippen er stevig omheen. Adem langzaam en diep in door uw mond, zodat u de dosis inademt. Houd uw adem dan ongeveer 5 seconden vast. Verwijder intussen het apparaat uit uw mond. U kunt daarna weer gewoon ademen.
  • Open het mondstuk weer. De 2 gedeeltes van de strip zijn nu leeg. Verwijder de lege strip. Maar het mondstuk schoon met een droge doek of droge tissue. Plaats de beschermkap weer op het mondstuk.

Extra informatie inhalatiepoeder in Forspiro

  • Het inhalatiepoeder zit in strips. Deze strips zijn opgerold in de Forspiro. De Forspiro is een apparaatje met een voorraad van 60 doses.
  • Doe de beschermkap van de Forspiro naar beneden open. U ziet nu het mondstuk en de dosisteller, die aangeeft hoeveel doses er nog over zijn. U merkt dat het apparaatje leeg is, als de teller op het apparaat naar 0 is gegaan. U kunt dus op tijd een nieuw apparaatje aanvragen.
  • Til de rand van de witte hendel op. Duw de hendel helemaal open, tot het niet verder kan en het klinkt. Hierdoor wordt een nieuwe dosis klaargezet. Sluit vervolgens de witte hendel helemaal, zodat het weer terug klinkt. U kunt het poeder nu inhaleren.
  • Houd het apparaat weg van uw mond en adem uit. Houd het apparaat horizontaal met de beschermkap naar beneden.
  • Breng dan het mondstuk aan uw mond en houd uw lippen er stevig omheen. Adem langzaam en diep in door uw mond, zodat u de dosis inademt. Houd uw adem dan ongeveer 5 seconden vast. Verwijder intussen het apparaat uit uw mond. U kunt daarna weer gewoon ademen.
  • Maak het mondstuk schoon met een droge doek of droge tissue. Plaats de beschermkap weer op het mondstuk.
  • De gebruikte strip komt in een zijkamer, achter een transparant klepje. Om de gebruikte strip te verwijderen, opent u het transparante klepje van de zijkamer. Haal de strip voorzichtig uit de zijkamer en scheur de strip langs de ’tanden’van de zijkamer. Let op: trek of ruk niet aan de strip. Sluit het klepje van de zijkamer en gooi de gebruikte strip weg.

Extra informatie inhalatiepoeder in Neutec

  • Het inhalatiepoeder zit in strips. Deze strips zitten in de Neutec. De Neutec is een apparaatje met een voorraad van 60 doses.
  • Bovenaan de inhalator zit de dosisteller, die aangeeft hoeveel doses er nog over zijn. U merkt dat het apparaatje leeg is, als de teller op het apparaat naar 0 is gegaan. U kunt dus op tijd een nieuw apparaatje aanvragen. De nummers 0 tot 5 verschijnen op de teller in het rood. Dit is om te waarschuwen dat er nog maar een paar doses over zijn.
  • Houdt de inhalator plat in 1 hand. Duw de rode knop met uw duim omlaag. Draai dan met de duim van uw andere hand de roze beschermkap van het mondstuk. Doe dit totdat u een klik hoort. Hierdoor wordt een nieuwe dosis klaargezet. U kunt het poeder nu inhaleren.
  • Houd het apparaat weg van uw mond en adem uit.
  • Plaats dan het mondstuk tussen uw tanden en houd uw lippen er stevig omheen. Adem langzaam en diep in door uw mond, zodat u de dosis inademt. Houd uw adem dan ongeveer 10 seconden vast. Verwijder intussen het apparaat uit uw mond. U kunt daarna weer gewoon ademen.
  • Sluit de roze beschermkap tot u een klik hoort.

Wanneer?
Gebruik de inhalaties met regelmatige tussenpozen. Als u 2 keer per dag moet inhaleren: ongeveer om de 12 uur, bijvoorbeeld vóór het ontbijt en vóór het avondeten.

Hoe lang?
Binnen 1 tot 2 weken zult u merken dat u minder benauwd bent. Pas na een aantal weken is het effect optimaal.

  • Heeft u astma en is er na 4 weken nog onvoldoende effect? Overleg dan met uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast.
  • Heeft u COPD en is het aantal opvlammingen na een half jaar niet afgenomen? Dan zal uw arts u waarschijnlijk adviseren te stoppen met deze inhalaties. Dit medicijn heeft niet bij iedereen effect.
  • Als u 3 maanden lang niet meer benauwd bent, kan uw arts u adviseren om over te stappen op een lagere dosering of een lagere sterkte.